Roeping

Het begon met de vraag
Bestaat roeping überhaupt?
Heeft iedereen het of alleen wat uitverkorenen?
En waarom zit een kat hier nooit mee in zijn maag?

En wie of wat roept er dan?
Is het God, het universum
Of gewoon je eigen geest?
En wie roept er dan het meest?

Is roeping niet meer dan een fantasie
Om de pijn van je eigen nietigheid te verzachten?
Een zelf opgelegde kwelling
Die je gebruikt om je onvermogen 
Om in het nu te leven
Te maskeren?

En toch voel ik iets
Als een soort lamp in de nacht
Het trekt me naar zich toe
En bekommert zich niet
Of ik weet wie er roept
En waar vandaan de roep komt

Het roept gewoon.

Ik kan niet anders dan 
Het volgen van de weg
Maar dat kan ik wel 
Op meerdere manieren

Tot op heden ken ik er twee

De eerste is hedonistisch:
Zonder te veel te denken
Gewoon doen waar je dan zin in hebt
Maar oppervlakkigheid bleek slechts kort
In staat tot bieden van plezier

De tweede is doelgericht
Al een stuk lastiger, want onmogelijk 
zonder moeilijke vragen als: gericht waarop?
En met een overdaad aan mogelijke antwoorden
Ging ik rennend van fantoom naar fantoom
Enigszins teleurgesteld over de betrekkelijkheid
Van het nagestreefde doel
Toen ik het al dan niet behaalde

Maar wellicht is er een derde weg
Een die ik tot vandaag
Over het hoofd heb gezien
Wellicht omdat hij zo simpel 
En voor de hand liggend klinkt

Roeping
Het woord zegt het al:
Het roept je.
Al wat je te doen hebt is luisteren.

Want bedenken wat je roeping is
Is als antwoord geven 
Op je zelf gestelde vraag aan een ander
Comfortabel op zijn best
Maar losstaand van echt leven

Dus etappe drie begint met rust
Want luisteren begint met stilte
En stilte begint met rust
En dan maar horen dus
Of die roeping
Je op een ochtend wakker kust
Deel en like dit artikel:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *